Vragen & antwoorden over kinkhoest

Kinkhoest is een infectie van de luchtwegen die veroorzaakt wordt door een bacterie. De bacterie maakt een gifstof aan, waardoor hoestbuien ontstaan. Deze hoestbuien kunnen 3 - 4 maanden duren. Kinkhoest wordt daarom ook wel de ‘100-dagenhoest’ genoemd. De tijd tussen besmetting en de eerste verschijnselen is meestal 7 - 10 dagen.

baby in ziekenhuis longen controleren

Kinkhoest is een erg besmettelijke ziekte, veroorzaakt door de bacterie Bordetella pertussis. De bacterie maakt een gifstof aan, waardoor hoestbuien ontstaan. Deze hoest kan maandenlang aanhouden. De ziekte wordt daarom ook wel de ‘100 dagenhoest’ genoemd. In Nederland kunnen kinderen en zwangeren vaccinaties tegen kinkhoest krijgen. Hierdoor overlijden veel minder kinderen aan kinkhoest.

Kinkhoest begint vaak met klachten die lijken op een gewone neusverkoudheid. Na 1 tot 2 weken begint het hoesten. Het hoesten wordt steeds erger, vooral ’s nachts. Het kan een opvallend blaffende hoest zijn, waarbij iemand taai slijm ophoest. Het lange hoesten kan gevolgd worden door een piepende inademing. Soms moet de patiënt overgeven.

Kinkhoest is heel besmettelijk. Mensen kunnen elkaar besmetten via hoesten en niezen. Er komen dan kleine druppels met de bacterie in de lucht. Andere mensen kunnen de druppels inademen en zo besmet raken. Kinkhoest is het meest besmettelijk aan het begin van de ziekte, al vóór de hoestbuien beginnen. Iemand weet dan vaak nog niet dat hij kinkhoest heeft. Als binnen je gezin iemand kinkhoest heeft, is de kans heel groot dat andere gezinsleden worden besmet.

De besmettelijkheid duurt tot 3 weken na het begin van de hoestbuien. De tijd tussen besmetting en de eerste verschijnselen is meestal 7 tot 10 dagen.

Sinds 1957 krijgen alle kinderen in Nederland vaccinaties tegen kinkhoest aangeboden via het Rijksvaccinatieprogramma. Vaccinatie geeft bescherming voor een aantal jaren, maar niet volledig. Daarom worden niet alleen baby's, maar ook jonge kinderen gevaccineerd tegen kinkhoest. Dankzij vaccinatie is het aantal sterfgevallen door kinkhoest tegenwoordig erg laag. Jonge baby’s die nog geen vaccinatie hebben gehad, kunnen ernstig ziek worden door kinkhoest. Ze kunnen er zelfs aan overlijden. 

Iedereen die niet (meer) beschermd is door vaccinatie of een doorgemaakte infectie, heeft een verhoogde kans op infectie en kan (opnieuw) kinkhoest krijgen. Baby’s jonger dan 1 jaar die niet gevaccineerd worden en waarvan de moeder geen kinkhoestvaccinatie in de zwangerschap heeft gehad, hebben een verhoogd risico op ernstig beloop van kinkhoest. 

Goede hygiëne helpt om verspreiding van kinkhoest te beperken. Hoest en nies in je elleboog en was vaak en goed je handen met water en zeep. Om kinkhoest bij jonge baby’s te voorkomen en verspreiding te beperken, gelden daarnaast de volgende adviezen:

  • Voor zwangeren: bescherm jezelf en je pasgeboren baby tegen kinkhoest met een kinkhoestvaccinatie (22 wekenprik) tijdens de zwangerschap. Zorg dat je als je hoogzwanger bent geen contact hebt met mensen die hoesten of snotteren.
  • Voor ouders van jonge baby’s: bescherm je baby tegen kinkhoest met de vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma. Haal deze vaccinaties op tijd. 
  • Voor mensen die hoesten en snotteren: blijf uit de buurt van hoogzwangeren en baby’s.

Is je baby (nog) niet beschermd door vaccinatie en zijn er gezinsleden die klachten hebben die bij kinkhoest kunnen passen, zoals gierende hoestaanvallen of ernstig hoesten? Of hoestbuien bij een gezinslid die contact heeft gehad met een patiënt met kinkhoest? Neem dan contact op met de huisarts. 

De huisarts kan een test doen om na te gaan of iemand kinkhoest heeft. De huisarts kan ook zeggen of een behandeling met antibiotica nodig is. Maar als duidelijk is dat iemand kinkhoest heeft, heeft het lichaam de bacterie vaak zelf al opgeruimd. Behandeling met antibiotica heeft dan geen zin meer. Het hoesten kan dan nog wel even duren. Mensen die last hebben van de klachten kunnen hoestdrank of neusdruppels gebruiken. Neem contact op met de huisarts:

  • Als er iemand met kinkhoest in het gezin is en uw baby is niet beschermd.
  • Als er iemand met kinkhoest in het gezin is en u bent hoogzwanger.

De huisarts kijkt dan of alle gezinsleden antibiotica nodig hebben, zodat de (aanstaande) baby geen kinkhoest krijgt.

Met een kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap (de 22-wekenprik) is een baby meteen na de geboorte beschermd tegen kinkhoest. Deze bescherming duurt een aantal maanden. Voor bescherming na deze eerste maanden is het belangrijk om de baby ook de kinkhoestvaccinaties uit het rijksvaccinatieprogramma te geven. Deze worden op de leeftijd van 3 en 5 maanden aangeboden. De kinkhoestvaccinatie tijdens de zwangerschap is een DKT (difterie, kinkhoest en tetanus)-vacccinatie, die ook beschermt tegen difterie en tetanus.  

Sinds 1957 is de kinkhoestvaccinatie onderdeel van het rijksvaccinatieprogramma. Vanaf 2006 krijgen kinderen op 4-jarige leeftijd een boostervaccinatie tegen kinkhoest. De vaccinatie tegen kinkhoest werkt gemiddeld 4 tot 6 jaar, maar geeft dus geen levenslange bescherming. 

Voelt een kind zich goed? Dan kan het gewoon naar de kinderopvang of school. Kinkhoest is al besmettelijk voordat iemand weet dat hij kinkhoest heeft. Thuisblijven helpt niet om te voorkomen dat anderen ziek worden.

Heeft uw kind kinkhoest? Vertel het dan aan de pedagogisch medewerker of de leerkracht. Zij kunnen in overleg met de GGD andere ouders informeren. Ouders kunnen dan letten op de klachten van kinkhoest bij hun kind en bij klachten naar de huisarts gaan.

Een volwassene met kinkhoest die zich goed voelt, kan gewoon werken. Werkt u met baby’s of in de zorg? Dan moet u eerst overleggen met de bedrijfsarts of GGD of met uw werkgever voor u weer gaat werken.

Je kunt de vaccinatie (DKT) halen vanaf dat je 22 weken zwanger bent tot aan het einde van je zwangerschap. Maar wel geldt: hoe eerder, hoe beter. Want door vroeg te vaccineren, is er voldoende tijd om antistoffen aan je baby over te dragen. Dit duurt minstens 2 weken. Die antistoffen beschermen je kind tegen kinkhoest.   

Hoe eerder je in de zwangerschap de vaccinatie krijgt, hoe meer tijd je hebt om antistoffen te maken. Maar ook aan het einde van je zwangerschap kan je je kind en jezelf nog beschermen met een vaccinatie.

Nee, dat is niet nodig. Je kind krijgt via jouw vaccinatie genoeg antistoffen.

Als je kind nog geen (kinkhoest)vaccinatie heeft gehad en nog geen 4 jaar oud is, kun je een afspraak maken op het consultatiebureau voor de vaccinatie.

De DKT-vaccinatie voorkomt bij 9 van de 10 baby’s jonger dan 3 maanden een kinkhoestinfectie. Dat is gebleken uit een groot onderzoek in het Verenigd Koninkrijk, waar de vaccinatie al sinds 2012 wordt gegeven.

Als je zwanger bent en je hebt de kinkhoestvaccinatie (22-wekenprik) gehaald, ben jij beschermd tegen kinkhoest. Ook je baby is dan meteen na de geboorte beschermd. De vaccinatie voorkomt bij 9 van de 10 baby’s jonger dan 3 maanden een kinkhoestinfectie. Maar de vaccinatie beschermt dus niet volledig. Nu kinkhoest en andere luchtweginfecties zo veel voorkomen, is het verstandig om voorzichtig te zijn. Voor de zekerheid kun je dan beter contact vermijden met mensen die hoesten en snotteren.  

Meer weten of vragen?

Wil je meer weten? Neem dan contact op met de afdeling infectieziektebestrijding van GGD Noord- en Oost-Gelderland. Dat kan via telefoon: 088 443 33 55, of e-mail: infectieziekten@ggdnog.nl